Marlies & Mayonne @ South-East Asia!

Hoi An - De nieuwe kleren van de... Koningin!

Na onze heftige hereniging vertrokken we dezelfde avond nog richting Hoi An, het paradijs voor elke shop-a-holic (= vrouw). We namen de nachttrein naar Danang waar we na een redelijk gebroken nacht ‘s ochtends aankwamen. Tijdens het ontbijt in Danang kwam er een man naar ons toe die vertelde over het fenomeen 'Easy Riders' hier in Vietnam en over zijn bedrijfje. Easy Riders zijn een stel motorrijders die toeristen met bagage en al door Vietnam rijden. Het schijnt een geweldige ervaring te zijn, maar door een redelijk strak tijdschema besloten we onze ervaring te beperken tot het stuk tussen Danang en Hoi An, en klommen we dus een half uur laten, nadat onze backpacks zorgvuldig op de motor waren gebonden, achterop bij onze motormannen. Anderhalf uur later kwamen we aan in Hoi An en waren we heerlijk uitgewaaid en afgekoeld.

Hoi An is een UNESCO World Heritage site, en is een van de meest fotogenieke plaatsjes in Vietnam. Het oude stadje ligt aan de rivier en staat vol met oude Chinese shophouses. Het was vroeger een druk handelsstadje. Op dit moment staat het vooral bekend om z'n goedkope kleermakers. In Hoi An kan je alles wat je maar kan bedenken op kleding en schoenen gebied op jouw maat laten maken.. De kleermakers hebben alleen een plaatje nodig en al je maten, en ze proberen het zo goed mogelijk na te maken. Het stadje zit bomvol met schoenenzaakjes en kledingzaakjes. En is zoals ik al eerder zei: een winkelparadijs! De mannen laten hier vooral maatpakken maken voor een schijntje van de Europese prijzen, de vrouwen schaffen volledige garderobes aan. Al snel hadden we een kleermaker gevonden, die een goede naam had, maar deze niet misbruikte om de prijzen te verhogen. En dan begint het leuke.. Ontwerpen kiezen, stof kiezen, aanpassingen maken naar eigen inzicht.. Je kan het zo gek niet bedenken of het kan. Ze maken sijkerbroeken, pakken, jassen, shirtjes enz. En dat allemaal perfect passend. Je wordt volledig opgemeten en al je wensen worden opgeschreven. Vervolgens gaat dat allemaal naar de kleermaker die het naar eigen inzicht zo goed mogelijk voor je maakt, vervolgens kom je terug voor een pasronde, waarbij je weer aan kan geven welke aanpassingen er gemaakt moeten worden, en dan gaat het weer terug naar de kleermaker, enz. Tijdens dit hele proces wordt je overladen met complimentjes en helpen de verkoopsters met het verzinnen van aanpassingen enz. Al met al is het een geweldige ervaring, waar je ook nog eens te goedkope kleding aan overhoud. Dan zijn er nog de schoenen winkels.. Ook hier kies je een model, een stof of leersoort en maken ze schoenen perfect op maat. Van perfecte kopieen van sneakers tot mooie leren laarzen, alles kan. Vooral het sneaker-idee is erg grappig, omdat je dus je eigen sneakers kan ontwerpen met elke kleurencombi en print die je maar wenst. Zoals je uit alles hierboven begrijpt hebben we ons dus behoorlijk uitgeleefd en hadden we aan het eind van de week genoeg aangeschafd of een flink pakket naar huis te verschepen.

Bij het postkantoor in Hoi An zijn ze gespecialiseerd in verschepingen. Bijna niemand verlaat Hoi An zonder een pakket naar huis te sturen. Het verschepen van goederen is namelijk vele malen goedkoper dan het geld wat je moet betalen wanneer je overbaggage hebt op je terugvlucht. Het enige nadeel van het verschepen is de papieren rompslomp. Je moet voor de Vietnamese douane een lijst maken van alle goederen die je verscheept, met de ingeschatte waarde, vervolgens moet je een stuk of 200 keer je adres opschrijven, paspoortnummer enz. Waarna het vervolgens verpakt wordt en gewogen. We hebben zo'n anderhalf uur op het postkantoor gezeten..

Naast het shoppen hebben we natuurlijk ook andere dingen gedaan deze week, al nam het shoppen en passen wel veel tijd in beslag. Onze tweede dag in Hoi An kwamen we toevallig Darren tegen, een van de jongens die we op de toer naar Halong Bay hadden ontmoet. Hij reisde ondertussen weer met andere mensen, en ze vroegen ons mee te gaan naar de bar ‘s avonds. Het was Koninginnenacht, dus natuurlijk moesten we mee. ‘s Avonds gingen we richting de King Kong bar, waar het tussen 22-23 uur Happy Hour is, en je gratis rum en cola krijgt. We hebben echt een geweldig vond gehad dat was voor herhaling vatbaar op Koninginnedag! Het is gek om niet in Nederland te zijn met koninginnedag. Het is zo'n feest wat niemand ter wereld viert, maar wat je eigenlijk niet wil missen! En wij zaten midden in Vietnam en hadden nog geen Nederlander gezien. Om toch een beetje in de sfeer te komen, hadden we het geniale plan opgevat om oranje jurkjes te laten maken, zodat iedereen in ieder geval zou weten dat het Koninginnedag was. De jurkjes waren een paar uur voor het uitgaan klaar, en trots hezen we onszelf in onze outfit. Eenmaal voor de spiegel sloeg de twijfel toe, we waren even vergeten dat oranje echt niemand staat en dat we er met dezelfde outfit echt uitzagen als idioten.. Maarja, het was wel Koninginnedag, alles voor het landsbelang! Dus daar gingen we.. Het was geweldig, de reacties waren super en aan het eind van de avond (= nacht) wist iedreen dat het Koninginnedag was in Nederland!

De volgende dag gingen we op een kleine vakantie van ons vermoeiend winkelavontuur; we gingen duikenrond Cham Island. Cham is een eilanden groep voor de kust van Hoi An waar het massatoerisme nog niet is toegeslagen. Er zijn nog geen resorts en hotels, alleen wat kleine vissersdorpjes. We hebben 2 supermooie duiken gemaakt, waarbij we niet veel grote vissen zagen, maar zwommen rond echt de mooiste en kleurrijkste koralen. Omdat Vietnam als duikbestemming nog niet echt op de kaart staat, zijn de koralen nog niet aangetast en dat is duidelijk te zien. ‘s Avonds overnachtten we als een van de enigen in een tentje op het strand (om ons te beschermen tegen de muggen) met enkel een laken en een rotan matje. Echt heel gaaf!

Terug in Hoi An hadden we nog twee dagen. We hebben de laatste spullen ophaald en hebben een kookcurcus gedaan. De Vietnamese keuken is erg divers en gaat een stuk verder dan de loempia's die wij kennen (die hier trouwens onwijs lekker zijn!). Er wordt veel gebruik gemaakt van verse kruiden, en in tegenstelling tot de rest van Azie zijn er weinig pittige gerechten. De kookcurcus begon met een trip over de tradiotionele markt waar we uitleg kregen over de diverse groentes, kruides en andere producten. Vervolgens gingen we met de boot over de rivier naar een supermooi restaurant aan het water, waar al het kookgerei al klaar stond. Samen met Omar, de amerikaanse jongen die we hadden leren kennen, gingen we aan de slag. Het was supergrappig en aan het eind van de dag konden we onze zelfgemaakt gerechten opeten onder het genot van een lekker glas wijn (de goede Franse invloed op Vietnam!).

's Avonds hebben wesamen met Omar ende AustraliersMonica en Andrew (ontmoet in Sapa) voor de laatste avond King Kong bar onveilig gemaakt en de volgende dag vertrokken we dit keer met de nachtbus naar Mui Ne.

Liefs,

Marlies & Mayonne

Sapa - Mist & Mysterie

Zo'n twee weken terug alweer (een reisblog up-to-date houden is best lastig) vertrok ik (Mayo) alleen naar Sapa. Marlies lag namelijk nog een beetje na-ziekend op bed en zag het niet zitten 2 nachten in een trein en 2 dagen in de kou door te brengen. 's Avonds laat vertok de trein waarin ik een 'hard-sleeper' kreeg toegewezen; een cabine met aan weerszijde 3 planken boven elkaar met daarop een stukje schuimrubber, een kussentje en een dekentje. Rechtop zitten bleek onmogelijk dus launchen en slapen bleek de enige opties...

Om 6 uur kwam de trein aan in Lao Cai vanwaar het nog een uurtje met de bus is naar Sapa, eendorpje in de highlands van Noord Vietnam, tegen de grens met China. Na 4 maanden non-stop hitte was deze trip erg verkoelend; het was zo'n 15 graden (koud!) en de wolken hingen laag waardoor het constant miezerde. Sapa zelf is niet echt bijzonder maar de omgeving eromheen is prachtig.Samen met Andrew, Monica (aussies), Connie (oosterijkse) en Ha (vietnamesche gids) begon ik de tocht die zo'n 6 uur zou duren over heuvelruggen, door rijstvelden en traditionele dorpjes naar het huis van de familie waar we gingen overnachten. Door de laaghangende wolken en de gigantische valleien deed de hele omgeving mysterieus aan. Tijdens het wandelen liepen er traditioneel geklede vrouwen en meisjes mee uit de omliggende dorpen om je dingen te vertellen over hun land met als doel je aan het eind allerlei dingen proberen te verkopen. Tegen het eind van de middag kwamen we moe maar voldaan aan bij ons gastgezin waar we 's avonds werden beloond met een heerlijke maaltijd en zelfgestookte rijstwijn.

Na een warme nacht (het is heel gek om na 4 maanden weer onder een zware deken te slapen!) kregen we heerlijke pannenkoeken met vers fruit voorgeschoteld waarna we Ha ons rondleidde door het dorp. We gingen langs de lokale schooltjes waar de kinderen 's ochtends een paar uur les hebben om vervolgens 's middags hun ouders te helpen op het land. Na de lunch zwaaide we de familie uit en begonnen we aan de terugweg. Omdat het die nacht zwaar geregend had was het pad dat we de dag ervoor naar beneden hadden genomen nu ontzettend glibberig waardoor de tocht omhoog een enorme uitdaging werd. Na zo'n 3 uur waren we weer terug in Sapa waar een warme douche was beloofd... Deze bleek helaas koud maar gelukkig hadden Andrew en Monica een bakkerijtje gevonden waar ze echte warme chocolademelk serveerden! Tegen vijven vertrok de bus weer naar Lao Cai waar ik nog 3 uur moest wachtenop de trein terug naar Hanoi. Daar vond vroeg in de ochtend de hereniging met Marlies plaats en we besloten nooit meer zo lang zonder elkaar door te brengen. :P

Liefs,

Mayonne

Hanoi & Halong Bay - Parijs, maar dan anders..

Donderdag zijn we naar Hanoi gevlogen, maar eerst nog even de laatste twee dagen Bangkok. We hadden van andere reizigers gehoord dat het mogelijk was om Nederlandse gevangenen in Bangkok te bezoeken. Zij hadden hier erg positieve ervaringen mee, dus zijn we ons gaan inlezen op internet. Het blijkt inderdaad mogelijk, en zelfs vrij vaak gedaan te worden. Na lang nadenken besloten we ook te gaan, niet zozeer omdat we denken dat deze mensen onterecht vastzitten (al beweren de meeste erin geluisd te zijn), maar vooral omdat ze straffen uitzitten die in onze ogen niet gelijk staan aan het gepleegde delict (drugssmokkel), en vast zitten onder mensonterende erbarmelijke omstandigheden. Er zijn veel boeken geschreven over het Bangkok Hilton, oftewel de Bankwang Prison in Bangkok, en ook op internet kun je erg veel informatie vinden. Drugssmokkel wordt in Thailand gezien als een groter delict dan moord, en dus zijn de straffen ook hoger (doodstraf of levenslang). We hadden dinsdagavond verschillende artikelen voor de gevangenen gekocht, zoals sigaretten, shampoo, chocopasta, tandpasta enz. En woensdagmiddag gingen vol goede moed en toch wel veel zenuwen op pad. Na een uurtje met de boot over de rivier kwamen we de wijk van de gevangenis aan. We hadden ons na alle verhalen een soort van ghosttown voorgesteld, maar de gevangenis ligt gewoon midden in een drukke woonwijk. Eenmaal bij de gevangenis bleek deze gesloten te zijn voor bezoekers, als een nasleep van het Songkran Festival. We konden morgen terugkomen. Het probleem was dat we de volgende dag onze visa's bij de ambassade van Vietnam moesten ophalen, en we aan het eind van de middag richting het vliegveld moesten. Daar zowel de gevangenis als de Vietnamese Ambasade er strikte openingstijden op nahouden, maar we toch zowel onze visa's wilde ophalen, als onze gekochte spullen voor de gevangenen wilde afleveren is Marlies de volgende dag de visa's gaan halen, en Mayo naar de gevangenis gegaan. Eenmaal terug in de gevangenis werd de helft vande gekochte spullen afgekeurd, en mocht dus niet mee naar binnen. De bewakers legde uit dat dat sindskort was, omdat iemand amfetamine naar binnen had proberen te smokkelen. Mayo besloot uiteindelijk om ook een gevangenen op te zoeken. Deze man heeft kanker, en krijgt geen/weinig medicatie. Tijdens het gesprek heeft hij z'n verhaal verteld en uitgelegd onder wat voor omstandigheden hij vast zit. Hij had een slechte dag, dus was de sfeer vrij negatief. Dit was wel jammer, want de Engelse jongen naast Mayo, die een Engelse gevangenen kwam opzoeken had wel een erg leuk en positief gesprek; zo kan het dus ook. Al met al, was deze man zijn verhaal weer even kwijt, en had hij weer even Nederlands kunnen praten. En goede ervaring dus, en misschien gaan we het nog eens doen als we terug zijn in Bangkok.

‘s Avonds dus naar Hanoi.Tijdens de busreis van het vliegveld naar de stad konden we al zien dat Hanoi veel Franse invloeden heeft. Hanoi wordt ook wel het Parijs van Azie genoemd en doet z'n naam eer aan. We vonden al snel een hostel in het oude deel van de stad. In dit deel van de stad bevonden zich vroeger meer dan 50 gildes, met elke straat z'n eigen product. Dat zie je nu nog steeds wel terug. De eerste dag hebben we de hele dag door het oude centrum gelopen, langs oude frans/chinese pandjes. Het leven lijkt hier zich nog meer op straat af te spelen. Iedereen verkoopt wel wat, en elke straat lijkt nog steeds hoofdzakelijk een soort produkten te verkopen. Zo kwamen we langs straten met babyproducten, verf, pannen, speelgoed, schoenen, kleren, enz. Ook zijn we naar een aantal tempels geweest. Hanoi blijkt echt een schattige stad te zijn, met enorm veel sfeer. Het is Parijs, maar door z'n Vietnamese uitstraling is het uniek. Het nummer1 vervoersmiddel in Vietnam is de scooter, nergens zie je meer scooters als in Vietnam. Iedereen heeft er een, en flaneerd hiermee;voor weinig geld kunje jescooter hiervolledig laten pimpen, wat de jongeren dan ook massaal doen. Ander kleurtje, stoere bekleding. Omdat de Vietnamese vrouw absoluut niet bruin wil worden, ondergaat ze een metamorfose als ze op de fiets of scooter gaat; mondkapje, zonnebril, handschoenen, blouse met extra hoge kraag, en natuurlijk een hoed. Op de fiets is dat vaak de welbekende punthoed, maar op de scooter is dat een helm, met een een fashionable hoederand eromheen. Erg mooi om te zien.

‘s Avond zijn we naar een Waterpoppenshow geweest. Dit traditionele schouwspel komt uit het noorden van Vietnam, waar het in een rijstveld plaatsvond. Hier in Hanoi, gebeurd het in een theater maar wel op traditionedele wijze, waarbij mannen vanachter een scherm half in het water staand de poppen voor het scherm bedienen. Het was een spectaculair schouwspel met veel humor, waar zelfs vuurwerk aan te pas kwam.

Zaterdag vertrokken we voor een weekend naar Halong Bay. Halong Bay staat bekend om z'n lime-stone kliffen, oude houte zeilboten, en fantastische plaatjes. We verbleven de eerste nacht op een boot, en de tweede nacht op Cat Ba eiland. Het was echt prachtig. We hebben gekajakt tussen de rotsen door, gemountainbiked over de eilandjes, en zelfs op de rotsen geklommen. De toer die we geboekt hadden was erg toeristisch opgezet, maar als je daarom heen keek, en gewoon genoot van de prachtige natuur was het fantastisch. Wat een uniek natuurlandschap. Het is lastig uit te leggen, maar de foto's zeggen waarschijnlijk meer.

Marlies werd helaas tijdens de laatste dag van Halong Bay ziek, en moest dus met koorts en keelpijn de toer uitzitten. Eenmaal terug in Hanoi, maar gauw haar bed in gedoken en lekker gaan slapen. Na twee dagen met koorts op bed te hebben gelegen, zijn we toch maar weer wat gaan ondernemen.

Donderdag gingen we naar Ho Chi Minh, of liever gezegd: zijn rustplaats. Ho Chi Mihn is de held van communistisch Vietnam. Hij heeft gezorgd voor het bevrijden van de Fransen, en was de voorman van het Communistische leger uit Noord-Vietnam, wat het zuiden ging bekeren, waardoor de Amerikanen zich ermee gingen bemoeien enz. Hij heeft de overwinning op het zuiden nooit meer mogen meemaken, want hij overleed kort daarvoor. In navolging van communistisch leiders in Rusland, heeft ook Ho Chi Minh een mausoleum. Hij ligt hier dus opgebaard! Elke jaar komen duizenden Vietnamezen naar Hanoi om hun Uncle Hode laatste eer te bewijzen. Het was een wonderlijke ervaring, waarbij we voetje voor voetje in doodse stilte langs de kist schuifelden, scherp in de gaten gehouden door de vele bewakers met flinke geweren. Na afloop nog even naar het Ho Chi Minh museum geweest, voor wat achtergrond info.

We wilden heel graag een trekking doen lang de bergstammen rond Sapa, in het noorden van Vietnam. Maar omdat Marlies zich nog steeds niet top voelde en het niet aandurfde vertrok Mayo donderdag alleen. Gisteren is Marliesnog wel naar het museum van Etnologie geweest, wat meer versteld over alle verschillende bevolkingen hier in Vietnam, maar de rest van de dag lekker in bed gelegen en tv gekeken.

Vandaag is Marliesnaar de Perfume Pagoda geweest, een grote tempel 60 kilometer ten zuiden van Vietnam. Naar deze tempel gaan geen wegen, alleen een rivier. Om er te komen moet je met een van de hondereder roeiboten, die geroeid worden door enkel ijzersterke vrouwen. Op de rivier is het verboden om met motor te varen dus het is er doodstil, op het geklots van het roeien van deze vrouw na. Het hele rustgevende ervaring. Na een uur (!) roeien door het prachtig berglandschap kom je dan bij de voet van de berg aan. Een uur klimmen later, sta je bovenop de berg, om af te dalen naar de grot die de Vietnamezen, de mooiste plek onder de zuidelijk hemel, de tempel van een belangrijke Boeddha. De grot was inderdaad erg mooi, en bijzonder door alle verschillende offeraltaren die ze gebouwd hebben. Na nog een andere tempel bezocht te hebben zat het er al weer op, en gingen we weer roeiend terug naar de bus.

Morgen komt Mayo alweer terug uit Sapa en gaan we nog lekker een middag rondlopen (en shoppen) hier in het oude centrum van Hanoi. We nemen dan ‘s avonds de nachttrein naar Hoi An.

Ons nummer in Vietnam: +84 (0)9 4441 8552

Liefs,

Marlies & Mayonne

Bangkok, Kanchanaburi & Ayutthaya - Olifanten & Heel veel water!

Na twee vlotte (en hele koude - rot airco!) vluchten, kwamen we weer aan in Bangkok. Het is tijdens het reizen echt relaxed om ergens terug te komen. Je herkent dingen, weet de waarde van het geld, weet hoe duur dingen zijn en spreekt de taal een klein beetje, het is niet allemaal nieuw, dus het scheelt erg veel tijd en energie om dingen te doen. We hadden besloten om ditmaal dichtbij Khao San Road te slapen, de Backpackerstraat van Bangkok. Al snel vonden we een kamer.

De eerste dagen hebben we eigenlijk vooral op internet gezeten, de website bijgewerkt, de broodnodige mailtjes verstuurd, het nieuws gelezen enz. Het was weer fijn om snel internet te hebben en niet totaal gefrustreerd te hoeven wachten tot hij eindelijk de hotmail-inlog-pagina opende. Behalve internetten hebben we vertoefd op Khao San Road, waar we we alvast alle spullen hebben uitgezocht die we straks in juli mee naar huis gaan slepen :) en hebben we ons gebogen over de planning van de komende drie maanden. We hebben onze reisplannen een beetje omgegooid en gaan nu eerst naar Vietnam. We vliegen 17 april naar Hanoi in Noord-Vietnam.

Maandag zijn we naar Wat Pho geweest, een gigantische reclining (liggende) Boeddha in een iets te klein gebouwtje. Marlies was hier 4 jaar geleden al eens geweest, maar was even vergeten hoe groot hij ook alweer was. Hierna zijn we na de amulet-market gelopen, op deze kleine markt kan je allerlei hangertjes, muntjes, plakaatjes, beeldjes kopen met afbeeldingen van een van de vele goden en monniken die in de Thaise cultuur worden aangehangen. Al deze talismannen/amuletten, brengen geluk op een ander gebied, en veel mensen hier geloven dat het bij je dragen van een Boeddha zorgt voor een beetje extra geluk. Er is dan ook een flinke handel in deze beeldjes en hangers.



De volgende dag zijn we ons visum voor Vietnam gaan regelen. We besloten om de stadsbus te nemen, en stonden al snel vast in het drukke verkeer, tegen de tijd dat we bij de Ambassade aankwamen, was deze natuurlijk gesloten voor de lunch, en konden we nog 45 minuten wachten tot deze weer openden. Nadat we flink wat geld hadden neergeteld om een maand in Vietnam te mogen blijven gingen we nog even naar een luxe shoppingmall, daar zijn we voor 1,50 Euro naar de film geweest. Daar werden we nog een keer geconfronteerd met hoe koningsgezind Thailand is, want voor de film werd een kort filmpje over de koning gedraaid, waarbij het de bedoeling is dat je allemaal even opstaat om de koning te eren. Het blijft een beetje gek.

Woensdagochtend namen we om half 8 's ochtends de trein naar Kanchanaburi, opweg naar Elephants & Friends (www.elephants-friends.com). We hadden van dit project gehoord via andere reizigers, en waren erg benieuwd. Iemand kwam ons ophalen van het treinstation, en bracht ons naar het park. Daar stonden Steve, Andy en Will ons op te wachten, en zijn vertelden ons kort wat ons te wachten stond. Elephants & Friends is een vrijwilligersproject opgezet door een Belgische vrouw en haar Thaise man Phot Nadee. Dominique kwam naar Thailand en is daar verliefd geworden op het werken met olifanten en natuurlijk op haar man Phot en ze besloot om daar te blijven. Met het weinige geld wat ze verdienden en wat hulp uit Belgie en Nederland, hebben ze Elephants & Friends opgezet. Een sanctuary voor olifanten die slecht behandeld zijn en misbruikt werden. Ze kopen deze olifanten van hun mahout en verzorgen ze dan in hun park. Dit project liep erg goed, en Dominique en Phot kregen 3 jaar geleden een dochterje Airee. Maar 2 jaar geleden, werd Dominique plots ziek en overleed. Phot en zijn familie waren natuurlijk overwelmd door verdriet, en met Dominique haar overlijden, verdween ook meteen alle organisatie uit het kamp. Vanaf toen ging het behoorlijk bergafwaarts en moest het kamp zelfs verhuizen doordat er klachten waren gekomen van boeren in de omgeving dat de olifanten hun landerijen vernielden. Nu 2 jaar later is het kamp verhuisd, zijn er weinig toeristen meer en weet Phot eigelijk niet hoe hij alles moet aanpakken. Er zijn nog drie olifanten, Malee, Kammoon en Somboon, maar Phot is de enige die hen onder controle kan houden. Hij had eerst nog een ander mahout in dienst, maar had uiteindelijk geen geld meer om deze te betalen, en staat er nu dus alleen voor. Hij heeft ondertussen weer een nieuwe vriendin, die op het punt staat te bevallen van hun eerste kind samen, en zij woont samen met haar moeder bij hem. En dan is er nog Airee, het dochtje van Do en Phot samen, wat ondertussen is opgegroeid tot een slimme bijdehante peuter, en die zoals haar vader zegt, eiigelijk de baas is van het kamp. Andy, Steve en Will, waren een paar dagen geleden bij het kamp terecht gekomen en hadden in een paar dagen al veel geleerd over de olifanten en de familie. Ze lieten ons ons hutje zien en na even snel omkleden gingen we de olifanten uit de jungle halen en ze naar de rivier brengen om te wassen. Phot was met z'n vriendin in het ziekenhuis maar zou later ook komen helpen. De olifanten worden elke ochtend in de jungle gezet aan een 50 meter lange ketting om daar de hele dag lekker te grazen. Per dag worden ze twee keer naar de rivier gereden om daar te badderen en krijgen dan als snack een tros bananen. Al snel zat Mayo ook op de olifant en na het leren van de verschillende Thaise commando's om de olifanten precies te laten doen wat jij wilt, reed ze Kammoon soepeltjes naar de rivier. Wat een gevoel, een beest 50 keer zo zwaar en groot als jijzelf dat naar je luisterd. In de rivier werd er flink gespeeld. Daarna lekker lunchen. Marlies was ondertussen dikke vriendjes geworden met Airee, en 'In de maneschijn' was snel geleerd.

Behalve met de olifanten bezig te zijn geweest hebben we het hutje van Phot, zijn vriendin en Airee iets groter gemaakt, want met de baby op komst was de 4m2, iets te klein, dus nu is het bijna het dubbele. We zijn twee dagen gebleven, en hebben het echt heerlijk gehad. Samen met de jongens hebben we gebrainstormd over het aantrekken van meer backpackers en misschien gaan we aan het eind van onze reis nog terug. Vrijdag was het alweer tijd om afscheid te nemen, en dat was best moeilijk, vooral van die kleine Airee!

Vrijdagochtend zijn we terug gegaan naar Kanchanaburi, waar we de beroemde Bridge over the River Kwea (Kwai) hebben bezocht. Deze brug is beroemd door de film die over de brug is gemaakt, maar het verhaal erachter is dramatisch. De brug is onderdeel van de Death-Railway, de beruchte spoorlijn tussen Thailand en Burma (Myanmar), die de Japanners tijdens de tweede wereldoorlog bouwden om behalve de zee, een andere manier te hebben om hun voorraden te vervoeren richting Burma, waarvanuit ze India wilde aanvallen. Deze Death-Railway is 400 kilometerlang en volledig met de hand gebouwd in nog geen anderhalf jaar tijd, dwars door de bergen en jungle heen. De werknemers die hiervoor gebruikt werden waren allemaal krijgsgevangenen (POWs) van Westerse afkomst, ook Nederlanders die in Indonesie gevangen waren genomen. Het werk was zwaar, de straffen berucht en de omstandigheden onmenselijk. We hebben een stuk van de Daeth-Railway bereisd met de trein en zijn naar het zeer beeldend museum geweest. Een indrukwekkende ervaring.

Eenmaal terug in Bangkok, maakte we ons klaar voor de volgende dagen. Want het is Songkran Festival! Het beste festival van Zuid-Oost Azie. Songkran is het Thaise Nieuwjaar en duurt 5 dagen. In die dagen probeer je zo veel mogelijk mensen te zegenen voor het komende nieuwjaar. De manier waarop? Door ze nat te maken! Thailand verandert voor een paar dagen in de natste plek op aarde, een gekkenhuis en nationaal watergevecht. Je kan voor 5 dagen niet de straat op zonder nat te worden of onder de meel gesmeerd te worden. Het is echt geweldig.. We durven bijna te zeggen dat het beter is dan Koninginnedag in Amsterdam.. Op elke hoek van de straat worden waterpistolen en meel verkocht, en kan je je waterpistool voor een paar cent laten bijvullen. Het is eigenlijk moeilijk te beschrijven, maar de foto's maken het allemaal wat duidelijker! Gewapend met ons waterpistolen in onze bikini met een kort short en hemdje zijn we ook op straat gegaan. Binnen no time waren we zeiknat en hadden we de grootste lol. Iedereen wordt voor 5 dagen weer even kind en echt alles is nat. De mensen die trachten droog te blijven, zijn target nr. 1! Pick-up trucks vol met Thaien en grote tonnen water rijden door de stad om iedereen en alles nat te maken. Als 'farang' ben je al helemaal niet veilig, want wat is er stoerder dan een grote emmer water over de buitenlander heen te durven gooien. Dus we waren nat en vies, na een uurtje namen we even rust en verwenden onszelf met een bucket SangSom & Coke, gelukkig nieuwjaar! We besefte dat dit alweer ons 4e nieuwe jaar is in drie maanden :)

Om Songkran ook buiten de stad mee te maken gingen we zondag richting Ayutthaya. Na met enige moeite (om droog te blijven) een hostel te hebben gevonden, werden we al snel uitgenodigd door Lee en zijn familie om mee te gaan op hun pick-up truck. Lee is een Amerikaan, die ondertussen al een paar jaar in Thailand woont en vloeiend Thais spreekt. Hij is hier getrouwd met een prachtig Thais meisje. Met z'n achten, en twee tonnen water en een arsenaal aan waterpistolen gingen we de straat op. Al snel was ons water op en werd opgemerkt dat het veel leuker zou zijn als ons water ijskoud was :P, dus werden de tonnen bijgevuld en de blokken ijs langs de kant van de weg gekocht. Na een paar uur mee te hebben gedaan in het feestgedruis, als echt de enige toeristen gingen we moe terug naar het hostel. We zijn nog even naar een nabijgelegen tempel gelopen in het warme middagzonnetje. De tempels van Ayutthaya stammen allemaal uit de tijd dat Ayutthaya nog de hoofstad was van Siam. Het zijn nu bijna allemaal ruines, die meerdere malen zijn geplunderd. Bij de tempel die wij 's middags hebben bezocht is een boom volledig over een boeddha-beeld heengegroeid, waarom het lijkt of het hoofd van de boedhha een is met de boom.

's Avonds werden we uitgenodigd door Lee en de familie om met hen te komen eten, chinees-fonduen, dit keer met een soort van bakplaat in het midden. We werden op onze wenken bediend en de mensen waren zo gastvrij. Volledig opgenomen in deze Thaise familie en vriendengroep. De whiskey en het bier vloeide rijkelijk, en de muziek stond hard aan. We hebben heerlijk gedanst, gelachen en gedronken. Gelukkig kon Lee het Thais voor ons vertalen, en zo konden we nog een aardig gesprekje voeren. 's Middags hadden we haar al gezien, maar 's avonds stelde Lee ons aan haar voor Mea, een vrouw met Down-syndroom die bij de familie in dienst is. Lee vertelde ons dat ze hier niet als volwaardig wordt aangezien en dat ze voor bijna niets het huishouden deed. Zelfs bleef ze meer zeggen, 'ik ben een geest, ik hoop dat er ooit een moment komt dat ik daar bij iedereen mag komen zitten'. Hier heerst echt zo een andere kijk op (verstandelijk) gehandicapten, dan in Nederland en het is voor ons moeilijk om daarin mee te gaan. Dus hebben we haar wat geld gegven en een bordje van het 'lekkere eten', de familie merkte dat wel op en wij denken dat we ons statement wel hebben gemaakt. We merken dat we deze manier van reizen leuker vinden, dan het constant rondhangen met andere backpackers. We zien zo zoveel van de cultuur en de mensen en komen op plekken waar we anders niet zo snel zouden komen. Na een lange avond vielen we heerlijk in slaap!

De volgende dag hebben we een fiets gehuurd en zijn met fiets en al op het kleine bootje de rivier overgestoken richting het oude centrum van Ayutthaya. We hebben rest van de dag lekker rondgefietst en nog wat tempels bekeken, om daarna weer richting Bangkok te gaan.

Nu nog een paar dagen in Bangkok, waarin we onder andere hopen om een Nederlandse gevangen in die onder erbarmelijk omstandigheden levenslang vastzit in het Bangkok Hilton te gaan opzoeken. En dan vliegen we donderdag dus naar Hanoi, het 5de land wat we gaan bezoeken.

Liefs,
Marlies & Mayonne

Ps. Nu we dus weer in Thailand zijn is ons Thaise nummer weer van kracht.

Bali - Het eiland van de Goden

Bali is de toeristenspot van Indonesie, en eigelijk hadden we daar wel een beetje behoefte aan! We namen van het meest oostelijke puntje van Java de boot naar het eiland, en binnnen een half uur stonden we op Bali. Met de locale bus hebben we in ruim drie uur een afstand van welgeteld 80 kilometer afgelegd, en kwamen we aan in Denpasar. Vanuit Denpasar gingen we onderweg naar Legian, gelegen naast Kuta, wat bekend staat om het feit dat het meer Westers is dan Indonesisch. In Legian zagen we Mayonne haar ouders (Hans en Ria), en het was een gezellig weerzien. Het was grappig om te zien dat wij ondertussen geheel gewend waren aan de Indonesische/Aziatische cultuur en Hans en Ria daar nog rustig aan moesten wennen, zoals wij in het begin ook. De eerste dagen hebben we doorgebracht in Legian, waar we ons lekker hebben laten verwennen door alle luxe. Mayonne heeft een korte curcus golfsurfen gedaan. Marlies heeft heerlijk bij het zwembad gelegen met een boek. En samen met Ria zijn we een volle dag gaan shoppen in Kuta. Echt heerlijk!

Na een paar dagen gingen we richting het noorden, waar Frank en Marga van Akkeren wonen. Frank en Marga zijn een ouder stel dat nadat ze beiden met pensioen zijn gegaan (hij was huisarts en zij lerares) in Nederland hier op Bali in het dorpje Pacung een aantal projecten hebben opgezet om de locale bevolking en vooral de jeugd te ondersteunen. Ze geven een aantal kinderen de financiele steun om naar school te gaan en hebben met donaties uit Nederland een educatief centrum opgezet, waar de kinderen twee keer per week vrijwillig komen voor extra scholing in Engels, computerles en een soort maatschappijleer, waar Frank samen met de kinderen elke week een ander onderwerp bespreekt. We verbleven een week bij Frank en Marga thuis en zijn bij de verschillende projecten wezen kijken. Ze wisten zoveel te vertellen over de mensen en gebruiken in deze omgeving dat we aan het eind van de week ook het idée hadden dat we Pacung een beetje kenden. Het huis van Frank en Marga is van alle luxe voorzien en ligt aan zee. Er zijn drie jongens die zij als een soort van familie in huis genomen hebben en het reilen en zeilen in en rond het huis regelen ook als zij er niet zijn. Voor ons betekende dat dat er drie keer per dag heerlijk voor ons gekookt werd en we ons om niets druk hoefde te maken.

Na een week gingen we even zonder Hans en Ria naar Amed, om te gaan duiken. Amed is een plaatsje aan de oostkust van Bali, waar een Nederlandse familie een duikschool heeft. Nadat we via hen hadden geregeld om de volgende dag twee duiken te maken bij het beroemde US wrak wat hier 20 meter voor de kust ligt, hebben we een scootertje gehuurd en zijn de omgeving gaan verkennen. We zijn naar een tempel gegaan die je alleen kan bereiken door de drieduizend (!) treden ernaartoe te beklimmen. We hebben anderhalfuur trapgelopen voordat we de tempel met het prachtige uitzicht bereikten. Het was helaas wat bewolkt, maar het was zeker de moeite waard. Bovenop de tempel was ook een kleine processie aan de gang, die we dus van dichtbij konden bekijken.

De volgende dag zijn we gaan duiken, bij het wrak. Op het wrak heeft zich ondertussen flink wat koraal gevormd waardoor het een supermooie duikplek is. We hebben hier twee duiken gedaan, en kwamen ‘s middags moe maar voldaan weer terug. Om de spierpijn van het trapklimmen van de vorige dag een beetje te verzachten hebben we na een kort middagdutje ons heerlijk laten verwennen door een Balinese oliemassage.

De laatste week op Bali hebben we doorgebracht met Hans en Ria in de omgeving van Ubud, het culturele centrum van Bali, midden op hwet eiland. Ons guesthouse lag midden tussen de rijstvelden en door middle van een kort ritje op de gehuurde scooters kwamen we in Ubud terecht. In Ubud hebben we verschillende dansvoorstellingen gezien, naar de markt geweest en heerlijk gegeten. Vooral de dansvoorstellingen waren erg indrukwekkend, en erg moeilijk te beschrijven, maar alleen de kostuums waren al de moeite waard. De laatste dag in Ubud hebben we ons samen met Ria laten verwennen in een van de vele spa's. We kregen massages, scrubs, facials, creambath, en dat allemaal in een prachtige omgeving.

De laatste nacht hebben we weer in Legian geslapen, dichtbij het vliegveld. Daar hebben we onze overbodige kilo's baggage in de koffers van Hans en Ria getracht te proppen, en zijn we om hen te bedanken voor de drie heerlijke weken ‘s avonds uitgebreid uit eten gegaan. Wij zijn daarna nog even naar een van de mooiste clubs van Bali gegaan, waar we heerlijk cocktails aan de bar hebben gedronken. Na een paar cocktails was ons geld op en zijn we lekker gaan slapen. De volgende dag hebben we afscheid genomen van Hans en Ria en zijn we via KL, naar Bangkok gevlogen, waar we alweer aan het tweede deel van onze reis gaan beginnen!

Liefs,

Marlies en Mayonne

Yogyakarta - Tussen Kunst & Kitch

De treinreis naar Yogya duurde bijna 8 uur. Het leuke van reizen met de trein hier is dat, behalve het uitzicht, er ook veel in de trein gebeurt tijdens de reis. Bij elke stop komen er zeker 20 mannen en vrouwen aan boord om tijdschriften, koude drankjes, allerlei soorten snacks, complete maaltijden en speelgoed voor kinderen te verkopen. Na 2 minuten gaat de trein weer verder en dan haasten alle verkopers zich weer uit de trein. In Yogya besloten we om onszelf eens een weekje te verwennen en te gaan slapen in een luxe hotel, met zwembad, een warme douche, gratis internet en ontbijt, dit alles kost ons per persoon nog geen 5 euro per nacht :) We hebben dus allebei ruim een half uur onder de warme douche gestaan en voelden ons weer helemaal schoon. ‘s Avonds zijn we gaan eten bij ViaVia, een leuk restaurantje waar expositieruimte aan locale artiesten en verschillende tours en cursussen wordt aangeboden in samenwerking met de locale bevolking. Een leuk initiatief waar de lokale bevolking van meeprofiteerd.

Woensdag hebben we de hele dag in het Kraton doorgebracht; een door een muur omringde wijk in Yogya waarin zo'n 25.000 mensen wonen met als middelpunt het paleis van alweer de 10e sultan. Op de binnenplaats van het paleis hebben we gekeken naar een Wajang Golek-show (soort poppenkast met houten poppen), begeleid door zogenaamde Gamelan-muziek (soort aritmisch geklingklang op enorme klokkenspelen). Omdat we meer over het paleis te weten wilden komen vroegen we een gids ons rond te leiden. Deze vrouw kon ons veel vertellen over de recente sultan (de eerste die maar 1 vrouw heeft, ‘een hele moderne man dus!'), maar nog meer over de 9e sultan die in '88 is overleden.. Een groot deel van het museum is gewijd aan deze man omdat hij regeerde ten tijde van het onafhankelijk worden van Indonesië. Hij bleek in Leiden te hebben gestudeerd en omdat zijn Hollandse medestudenten zijn naam niet konden uitspreken kreeg hij de bijnaam Henkie (of Henkiepenkie, zoals onze gids hem met een ontdeugend glimlachje noemde). Op een van de foto's in het museum was Henkie te zien met zijn middelbare school klas, bleek dat hij op het Stedelijk Gymnasium in Haarlem heeft gezeten, te grappig!

Na het paleis de even beroemde als beruchte vogeltjesmarkt bezocht. De plaatselijke bevolking houdt enorm van zangvogeltjes en die zijn hier dan ook in alle soorten en maten te koop. Naast zangvogels ook hanen, duiven, zwanen en uilen, allemaal in veel te kleine smerige kooitjes. Even verderop de markt bleek dat er niet alleen vogels te koop waren maar hamsters, konijnen, fretten, reptielen, katten, honden (schattige puppy's), apen en zelfs vleermuizen (voor consumptie: er wordt geloofd dat het eten van vleermuisvlees astma verhelpt!), allemaal gehouden onder embarmelijke omstandigheden. Een trieste bedoeling, maar wat doe je eraan?!

De volgende dag een bus gepakt voor een uitstapje naar de Borobudur: een van de grootste buddhistische monumenten ter wereld, gebouwd zo'n 1400 jaar gelegen in een valei tussen drie vulkanen. Het eeuwenoude bouwwerk is erg indrukwekkend en eenmaal op de top is het uitzicht adembenemend. Al is het laagseizoen, wij waren niet de enigen die de Borobudur bezochten. Een hele kudde jonge middelbare scholieren was losgelaten rond het monument en moesten toeristen interviewen over Indonesië voor de schoolopdracht 'Your first experience with tourists'. We hebben zeker zes keer hetzelfde rijtje vragen beantwoord (‘What is your name?', ‘What do you think Indonesia?', ‘You have souvenir from your country?' enz.), twintig handtekeningen gezet en zijn met hele klassen op de foto geweest. Het laatste jongetje wat ons interviewde had het professioneel aangepakt en was gewapend met een bandrecorder, slimmerd! De manier waarop hij het gesprek afsloot was misschien wel het allerschattigst: 'Thank you, miss, for your time, thank you for coming to my country and thank you for not being afraid of terrorists in my country.'

‘s Avonds na terugkomst in Yogya wilden we een traditionele Javaanse dansvoorstelling bezoeken maar toen we aankwamen op de plek waar we deze voorstelling vermoedden, bleek deze tijdelijk niet te worden uitgevoerd. Een vrouwtje kon ons vertellen dat het theater ernstig beschadigd was geraakt tijdens een aardbeving kort geleden en dat het net weer was opgeknapt. Ze bleek de danslerares te zijn en was net klaar met de training van twee leerlingen. Ze vond het vervelend dat ze ons moest teleurstellen en vroeg de meisjes of ze voor ons nog een dans wilden doen. Dit vonden ze geen probleem en zo kregen we een korte privédemonstratie van de Javaanse dans, erg bijzonder!

De volgende dag stond in het teken van het verzorgen van de innerlijke en uiterlijke ik. Bij Viavia hadden we een ‘Jamu and massage-tour' geboekt. Jamu is natuurlijk geneesmiddel gemaakt van kruiden en specerijen zoals gember, curcuma, kruidnagel en kaneel en de Javanen geloven dat ze bijna elke aandoening ermee kunnen behandelen; van impotentie tot kanker. U'ud, onze tourguide, nam ons eerst mee naar de markt om ingredienten te kopen en vervolgens gingen haar huis waar we jamu gingen maken van curcuma en warm water wat het lichaam zuivert. Ook nog een gezichtsmaskertje gedaan van gestampte rijst en water; wat nou Nivea Visage?! Vervolgens op naar de massage. Deze werd gegeven door blinde oude vrouwtjes die deel uitmaakten van een project om mensen met een visuele handicap aan werk te helpen. De vrouwtjes zagen er breekbaar en erg oud uit, maar ze waren ijzersterk! Dit in combinatie met het feit dat ze blind waren maakte he teen interessante ervaring... ‘s Avonds deden we de kookcursus waar we gele rijst, saté, èchte pindasaus, gecarameliseerde tempé, krupuk en sambal oelek hebben leren maken. Na afloop mochten we het natuurlijk opsmikkelen, lekkerrrrr!

De dag erop naar Prambanan, een verzameling Hindu-tempels, met voor iedere god een eigen. Avontuurlijk als we zijn huurden we een scooter om er te komen. Dit was een spannende maar vooral mooie rit van een uur door de omgeving rond Yogya. Aangekomen bij de temples bleken we niet de enige belangstellenden; naar enkele andere toeristen was een heel corps mariniers uit Surabaya op uitje en die wilden natuurlijk allemaal met ons op de foto, te grappig! ‘s Avonds naar een Wajang schaduwspel geweest begeleid door een gamelan-orkest van zo'n 15 man. We bleken de enige aanwezigen en hebben dus wederom van een privévoorstelling mochten genieten. Helaas staan de poppen het grootste deel van de show stil en verteld de poppenspeler het verhaal (in het onverstaanbaar Javaans) waardoor het al snel saai wordt, dua na anderhalf uur hebben we onze stoeltjes verplaatst naar de achterkant van het doek om de poppenspeler en het orkest in actie te zien, heel gaaf!

De dag erop hebben we Yogya verlaten en kwamen we na een lange en vermoeiende reis aan bij de Bromo-vulkaan. Na aankomst meteen naar bed want om 4 uur vertrokken we naar een uitzichtpunt vanwaar we de zonsopgang over de Bromo-vallei gingen meemaken. Dat was het vroege opstaan meer dan waard; de vallei veranderde in een magische wereld waar Tolkien wel eens z'n inspiratie vandaan zou kunnen hebben. Na honderd foto's doorgereden naar de valley waar we te pony naar de rand van de krater redden om daar de penetrante zwaveldampen op te snuiven, fantastisch! Om 9 uur waren we alweer klaar voor vertrek naar Bali waar Mayo's papa en mama op ons wachtte!

Liefs,

Marlies & Mayo

Bandung - Sawa's & Schaduwspel

Reizen met de trein op Java is heel gewoon, in tegenstelling tot Sumatra heeft Java goede spoorverbindingen over het gehele eiland liggen, en ben je dus niet afhankelijk van de locale bussen en het wegennet met zeer slechte conditie! Het uitzicht tijdens deze treinreis is prachtig. Doordat Java goede grond heeft voor het verbouwen van rijst, ligt het grootste deel van het bergachtige landschap onder het water van de sawa's. Met als resultaat prachtige plaatjes! Na een korte (3 uur) treinreis door dit landschap, kwamen we in Bandung aan.

We wisten niet goed wat we van Bandung moesten verwachten, en wilden er alleen een korte pitstop maken omdat we hadden gelezen dat in Bandung een authentieke Wayang-poppenmakerij stond. In Java is het nog regenseizoen tot het einde van deze maand, dus elke middag barst de hemel rond een uurtje of drie open en het stopt pas weer tegen de late avonduurtjes. Dus toen wij om 16 uur uit de trein stapten, begon het keihard te regenen. We kwamen een Nederlands stelletje tegen en samen met hen hebben we uiteindelijk een hostel gevonden.

De volgende dag zijn we vroeg richting de Wayang-poppenmakerij gegaan, en we kwamen uit in een klein winkeltje. Toen we vroegen waar de fabriek was werden we naar een deur achterin de winkel verwezen. Daarachter verscheen een plaatje zoals je dat verwacht op de Noordpool, in de speelgoedfabriek van de kerstman, waar de elfjes allemaal enthousiast een ander onderdeeltje van jouw houten speegoedtreintje staan te maken. Iedereen heeft ze eigen werkplek in het atelier, en er zijn houtsnijders voor de armpjes en het hoofd, inpakkers, naaisters voor de kostuums en hoofddecoraties, mensen die de pailletjes op deze kostuums naaien, grondverfers, schilders voor het fijne schilderwerk, en mensen die het geheel in elkaar zetten. Het fijnste handwerk wat je je maar kan wensen. En wij konden met iedere handeling meekijken, erg leuk!

's Middags gingen we naar Jeansstreet. De straat die bekend staat als het shopparadijs voor de Indonesier, met goedkope namaakproducten en vooral goedkope spijkerbroeken. De winkels hier proberen hun klanten te trekken met reusachtige plastic beelden van Rambo en Superman voor hun winkel. We hebben hier een uurtje rondgelopen, maar het bleek moeilijk iets te vinden wat ons ook daadwerkelijk past. Om deze winkelteleurstelling te verwerken mochten we van onszelf lunchen bij McDonalds (westers eten, je gaat het echt missen!). De McDonalds hier blijkt zelf uitgerust te zijn met een McGebed, oftewel een gebedsruimte voor moslims midden in het restaurant, echt heel grappig! En toen begon het weer te regenen..

De volgende ochtend vertrokken we alweer heel vroeg naar Yogya, het centrum van kunst en cultuur op Java.

Liefs,

Mayonne & Marlies

Jakarta - Schaduwen van het verleden

Na een korte vlucht kwamen we aan in de hoofdstad van Indonesie: Jakarta. Over Jakarta hadden we van medereizigers eigelijk alleen maar slechte verhalen gehoord: het zou groot, druk, vies zijn. We hebben vanaf het vliegveld een bus naar de stad genomen, en daar snel een hostel gezocht. We waren na meer dan 40 uur onderweg te zijn geweest erg toe aan een douche en schone kleren! ‘s Avonds een hapje gegeten op Jalan Jaksa, de backpackers straat van Jakarta (een beetje afgekeken van Khao San Road). Al snel merkte we dat Indonesiers geloven dat iedereen hier “mister” heet, want om de 5 stappen die we zetten, er “Hello mister!?” naar ons geroepen, met het daarbijbehorende enthousiast gezwaai en lachende gezichten van zowel kinderen, als bejaarden, als zelfs politie-agenten en beveiligingsmensen. Om 21.00 uur waren we weer terug in het hostel en konden we eindelijk gaan slapen.

De volgende dag op zoek naar de Nederlandse geschiedenis in Jakarta. We zijn naar de Sunda Kelapa geweest, de oude handelshaven waar de VOC zijn schepen aanmeerde. Naast de haven ligt nu een soort van dorp waar verse vis en en ander marktwaar wordt verkocht. Ook zijn er veel winkels met kookgerei (o.a. mooie grote authentieke woks!) en muziekinstrumenten. Naast het dorp staat de oude toren “de Uitkijk”, en als je naar het Taman Fatillah, grote plein ten zuiden van de haven, loopt kom je langs de kippenbrug (oude ophaalbrug) en het huis waar de Nederlandse gouveneur-generaal destijds heeft gewoond. Op het oude dorpsplein staat nog verschillende gebouwen uit de Nederlandse koloniale tijd, waaronder het oude stadhuis, en deze gebouwen behuizen nu bijna allemaal musea. In een ander oud koloniaal pand heeft zich nu Café Batavia gevestigd. Dit Café is door Newsweek Magzine verscheidende malen tot het beste café in de wereld uitgeroepen. Dus gingen wij dat even testen door daar een drankje te drinken :). Het pand is van binnen volledig gerestaureerd, en wanneer je er binnen loopt kan je je helemaal voorstellen dat je opa er 50 jaar geleden whiskey dronk en Javaanse sigaren rookte. Op het menu staat tegenwoordig o.a. kaviaar uit Iran, en je kan je geld er dus goed uitgeven. Wij gingen voor een verse fruit shake, en ook deze smaakte heerlijk. Op hetzelfde plein zit ook het Wajang-poppen (schaduwspel poppen) museum gevestigd. Toen we dar aankwamen bleek dit gesloten te zijn wegens een Hindoeistisch feestdag die dag, maar een jongen bleek de sleutel te hebben en als we hem een beetje geld gaven, zou hij het licht wel voor ons aandoen. Zo grappig, we vermoeden dat dit volledig buiten zijn baas omgaat! Het museum was erg interressant!

‘s Avonds gingen we opzoek naar de Jaya-pub. Marlies d’r oom kwam hier 30 jaar geleden regelmatig als hij voor zaken in Jakarta zat, en wist niet meer of het nog bestond, maar in die tijd was het de plek om als expat heen te gaan. Na bij verschillende mensen navraag te hebben gedaan, bleek het op loopafstand van ons hostel te zijn, dus gingen we er kijken. Het bestond nog! En nog steeds, net als 30 jaar geleden, is het favoriete bij expats. Bij de deur warden we warm onthaald door het PR-meisje en iemand van de band die er die avond zou op treden. Dus even later zaten we met een whiskey-cola in een bruin café te luisteren naar geimproviseerde jazz, bijna net als thuis. De jongen van de band die later zou optreden vertelde dat hij familie in Nederland had, en dat de band hier in Jakarta vaak bij feestjes van expats optrad. Marco Borsato en Frans Bauer behoorden om die reden dan ook tot hun reportoir! Dus een uurtje later hadden wij de grootste lol, toen de band special voor ons “Heb je even voor mij” inzette. Ondertussen werden er door eenzame zakenmannen drankjes voor ons besteld en hadden we erg leuke gesprekken. Rond middernacht moesten we helaas als een soort van Assepoesters onze zakenmannetjes verlaten, omdat het hek van ons hostel dicht zou gaan. Kees bedankt voor de tip, we hebben een erg leuke avond gehad!

De volgende dag was het grauw in Jakarta, en al snel begon het te regenen. Vandaag stond de Monas op het programma. Dit is het nationale vrijheidsmonument van Indonesie, wat gebouwd is door Sukarno, en word in de volksmond ook wel 'Sukarno's last erection' genoemd :P We waren hier de dag daarvoor al langs gelopen, maar door een nationale feestdag was het superdruk. En werden wij ook als attractie beschouwd. We hebben zeker 20 minuten met verschillende Indonesiers van uit het hele lang voor het monument geposeerd. Er was een jongen, die naar het pretpark idee, een foto van jou en het monument maakte en deze direct uitprintte voor 20.000 rupia (= E 1,50, vrij veel geld hier). Verschillende mensen betaalden geld voor zo’n foto om daar met ons voor het monument op te mogen. Echt hilarisch. Wij hebben nu verschillende foto's van mensen die trots hun foto met ons laten zien. Wat een eer!

Omdat het weer zo slecht was zijn we helaas ook vandag niet naar de 132-meter hoge top van het monument gegaan. We zijn wel naar de grootste moskee in Zuid-Oost Azie gegaan, en hebben ons daar laten rondleiden. In deze moskee kunnen meer meer dan 70.000 gelovigen tegelijkertijd bidden (!). Indonesie is de grootste moslimpopulatie ter wereld, bijna 85% van de bevolking is moslim.

De volgende dag vetrokken we alweer naar Bandung. ‘s Ochtends zijn we nog snel even naar het national museum geweest. En een paar uur later zaten reden we in de trein langs prachtige “sawa”-landschappen richting Bandung.

Liefs,

Mayonne & Marlies